Deze wetgeving verplicht bedrijven om een ‘due diligence-proces’ (gepaste zorgvuldigheid) uit te voeren. Dat betekent dat bedrijven zes stappen doorlopen om schade aan mens en milieu in hun ketens te voorkomen, te beperken en te herstellen waar nodig. Deze stappen, die al in 2011 zijn vastgelegd in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, betekenen onder meer dat bedrijven hun ketens onderzoeken op risico’s op misstanden en daarna een plan van aanpak opstellen om schendingen te voorkomen en aan te pakken. Ook moeten bedrijven de mogelijkheid bieden aan slachtoffers van schendingen om een klacht in te dienen.
Wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen moet een aantal kenmerken hebben om effectief te zijn en daadwerkelijk bij te dragen aan het verminderen van negatieve impacts op mens en milieu in productielanden. Wetgeving zou daarom minimaal aan deze zeven kenmerken moeten voldoen:
- In lijn met de OESO-richtlijnen dekt de wet alle internationaal erkende mensenrechten- en milieunormen;
- De wet dekt alle bedrijven die in Nederland gevestigd zijn of op de Nederlandse markt opereren;
- De wet verplicht bedrijven due diligence toe te passen zoals omschreven in de OESO-richtlijnen en nader uitgewerkt in de OESO Due Diligence Handreiking voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (voor sommige sectoren ook in sectorspecieke gidsen van de OESO);
- De wet verplicht bedrijven de zes stappen van due diligence te doorlopen voor alle bedrijfsactiviteiten en hun zakelijke relaties, inclusief de hele toeleveringsketen, en te rapporteren over de voortgang en uitkomsten van die maatregelen;
- Bedrijven dienen minimaal jaarlijks op een toegankelijke en gepaste wijze te rapporteren over hun due diligence-proces;
- Het zwaartepunt in de handhaving ligt bij een onafhankelijke publieke toezichthouder die in staat is bedrijven voor te lichten, te controleren op naleving van de wet en het lerend vermogen van bedrijven te bevorderen voor wat betreft de toepassing van due diligence;
- Deze toezichthouder ziet er in het bijzonder op toe dat bedrijven (hun bijdrage aan) negatieve gevolgen stoppen en dat de benadeelden herstel ervaren.
Bron: OESOrichtlijnen.nl